De Utrechtse vestingstedenroute
De geschiedenis van de Oude Hollandse Waterlinie door de ogen van de Franse vijand
In deze route ziet u de Oude Hollandse Waterlinie vanuit Frans perspectief. Hier geen duidelijk begrensde kades en forten, maar een breed gebied waarin het onderscheid tussen de waterlinie en het normale landschap door wisselende waterstanden en militaire operaties regelmatig verschilde.
Dit verhaal begint in 1672, ook wel bekend als het Rampjaar. De jonge Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd aangevallen door Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen. Hoewel de invasie niet onverwacht kwam, bleek de Republiek nog slechter voorbereid dan was gevreesd. Tal van vestingsteden in Kleef, Gelderland en Overijssel werden zonder enig verzet opgegeven.
Holland had vanaf april gewerkt aan een eigen verdedigingslinie: de Oude Hollandse Waterlinie. Door polders langs de grenzen met Utrecht en Gelderland onder water te zetten zou een Frans leger enkel over de smalle en onverharde dijken toegang hebben tot Holland. Deze dijken konden met relatief weinig soldaten worden verdedigd.
Toch slaagden de Fransen erin om de Rijn ten oosten van Nijmegen over te steken, waar zij zich meldden bij de Wittevrouwenpoort van Utrecht. De Utrechtse provinciale- en stadsregering kon niets anders dan hen binnenlaten.
De Franse hoofdmacht was evenwel nog niet in de buurt van Utrecht. Tot frustratie van diverse ministers en militaire commandanten stond koning Lodewijk XIV er op dat elke gepasseerde stad werd belegerd en bezet. Hoewel de meeste steden hun verzet slechts enkele dagen volhielden vertraagde dit de Franse opmars aanmerkelijk. Ondertussen was het Nederlandse leger in Holland druk bezig met het in werking stellen van de Oude Hollandse Waterlinie en toen koning Lodewijk XIV op 4 juli Utrecht binnenreed was de Oude Hollandse Waterlinie al bijna op volle sterkte. Als de Fransen het doel van hun oorlog wilden bereiken, moesten zij een manier vinden om de Oude Hollandse Waterlinie te doorkruisen, of anders buiten werking te stellen.