De Utrechtse vestingstedenroute

Een uniek landschap met een bijzondere historie

De vestingstedenroute Utrecht loopt door de plaatsen IJsselstein, Jaarsveld, Polsbroekerdam, Oudewater, Montfoort, Linschoten, Woerden, Kamerik, Breukelen en Nieuwersluis. De route kent een een kaart, routebeschrijving en informatie over de plaatsen en bezienswaardigheden die je onderweg tegenkomt. De routes zijn hier beschikbaar. Via deze website zie je ook welke actuele evenementen en speciale aanbiedingen er zijn. Ontdek de Utrechtse vestingsteden en beleef de geschiedenis!

Etappe 1: van IJsselstein naar Woerden

In de eerste etappe van de vestingstedenroute Utrecht komt u langs de plaatsen IJsselstein, Jaarsveld, Polsbroekerdam, Oudewater, Montfoort, Linschoten, en u eindigt op het Defensie-eiland in Woerden.

IJsselstein

IJsselstein en het omliggende land vormden in de zeventiende eeuw de baronie IJsselstein, een heerlijkheid die sinds 1551 in bezit was van de familie Oranje-Nassau. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog stelden prins Willem van Oranje en zijn opvolgers dat IJsselstein voortaan onafhankelijk was van Holland. Enkele andere heerlijkheden in de Hollandse en Utrechtse grensstreek deelden deze opvatting, waaronder Vianen. In 1672 probeerden zij van de Franse en Nederlandse legers een neutraliteitsverklaring te krijgen. Dit duurde enige tijd, waardoor IJsselstein en het nabije Vreeswijk in juni door de Fransen werden bezet. Dat had evenwel geen invloed op het functioneren van de Oude Hollandse Waterlinie, omdat het benodigde water uit de Hollandsche IJssel bij vloed vanuit het westen kwam.

De Fransen hebben vanuit IJsselstein geen pogingen gedaan om Schoonhoven of Oudewater aan te vallen. De stad werd vooral gebruikt als onderkomen voor Franse legereenheden. Nadat de Fransen de Lekdijk bij Vreeswijk hadden doorgestoken en het water begin oktober langs IJsselstein begon te stromen raakte de stad afgesneden van Utrecht. De Fransen erkenden kort daarna de neutraliteit van IJsselstein en trokken hun soldaten terug. De stad werd wel gedwongen om een wekelijkse financiële bijdrage te blijven leveren aan de Franse bezetting.

Jaarsveld

Het dorp Jaarsveld aan de Lek werd in 1672 gekenmerkt door het Middeleeuwse kasteel Veldenstein. Dit omvangrijke en versterkte huis met toren was destijds in particulier bezit en had geen politieke of militaire betekenis meer. Jaarsveld lag aan de rand van het inundatiegebied van de Oude Hollandse Waterlinie. Het Nederlandse leger had vanuit Schoonhoven de Lopikerwaard onder water gezet, en de dijk langs de Lek vormde een van de weinige toegangswegen door de inundaties. In de nazomer van 1672 ondernam hertog Luxembourg diverse plundertochten door de omgeving van Utrecht. ‘Reizen door het platteland’, zoals de cynische veldheer het omschreef. Ook het oosten van de Lopikerwaard leidde onder het Franse geweld. Dorpen zoals Benschop en Lopikerkapel werden geplunderd, en in Jaarsveld werd kasteel Veldenstein door de Fransen verwoest.

De Nederlandse bezetting van Schoonhoven heeft in 1673 een plan uitgewerkt om de verdedigingslijn van de Oude Hollandse Waterlinie oostwaarts te verplaatsen. Hierbij zou Jaarsveld tot een voorpost van Schoonhoven moeten worden verbouwd door de aanleg van een verdedigingswerk. De voortdurende wateroverlast als gevolg van de Franse doorsteek van de Lekdijk bij Vreeswijk maakte een aanval op Schoonhoven echter onwaarschijnlijk, en het plan is nooit uitgevoerd.

Polsbroekerdam

Polsbroekerdam is een buurtschap aan de Lopikerwetering die van oost naar west door de Lopikerwaard stroomt. In 1672 lagen de boerderijen hier aan de rand van het inundatiegebied van de Oude Hollandse Waterlinie. Ten noorden van de wetering ligt de Damweg richting Oudewater; deze verhoogde weg vormde lange tijd een begrenzing van de inundaties, maar nadat Oudewater werd bezet door het Nederlandse leger kwamen ook ten oosten van de Damweg polders onder water te staan. De kades langs de wetering staken eveneens boven de inundaties uit. Daarom werd in Polsbroek, ten westen van Polsbroekerdam, de kerk verbouwd tot een versterkte post. Voorbij Polsbroek bereikt de kade langs de wetering de rivier de Vlist, en ook hier lag een versterking: de Koeneschans. In de achttiende eeuw werden nieuwe plannen voor de Oude Hollandse Waterlinie ontwikkeld. Deze voorzagen inundaties ten oosten van de Damweg. Om de kades bij Polsbroekerdam te kunnen verdedigen werd voorgesteld om er een groot fort te bouwen, maar dat is nooit gebeurd.

Oudewater

Oudewater was in juni 1672 een van de drie Hollandse steden die niet door de Oude Hollandse Waterlinie werden beschermd. Dat kwam door de complexe provinciegrens, de slechte staat van de vestingwerken en door het landschap: het was eenvoudiger om ten westen van de stad bij het dorp Goejanverwelle (Hekendorp) een inundatie te stellen. Oudewater stuurde daarom onderhandelaars naar de Fransen, en kreeg een kleine Franse bezetting. Zij deden vanuit Oudewater een poging om het Hollandse plan om wegen ten westen van de stad af te graven te verhinderen, maar werden teruggedreven. De Franse bezetting duurde slechts enkele weken omdat de soldaten elders nodig waren. De graaf van Horne, commandant van de hoofdpost in Goejanverwelle, bezocht het verlaten Oudewater samen met prins Willem III. De prins zag eerst geen reden om Oudewater op te nemen in de Oude Hollandse Waterlinie, maar de graaf overtuigde hem. Hij verplaatste de hoofdpost naar Oudewater, dat werd versterkt met nieuwe vestingwerken. Vanuit Oudewater ondernam de graaf vele aanvallen op de Franse bezetting in Woerden en Harmelen. Meermaals werden daarbij tientallen Fransen gedood. De Franse commandant in Utrecht klaagde dat geen enkele andere post aan de Oude Hollandse Waterlinie hem zoveel problemen gaf.

Montfoort

Kort na de Franse inname van Utrecht gaf ook Montfoort zich over. De stad met Middeleeuwse verdedigingswerken kreeg een klein Frans garnizoen en werd naar de gebruiken van de tijd geacht een financiële en materiële bijdrage te leveren aan de Franse bezettingsmacht. Door de vrijwel gelijktijdige inname van Woerden en Oudewater lag Montfoort al direct achter het front, waardoor er weinig moeite is gedaan de stad te versterken.

Gedurende de zomer van 1672 was Montfoort niet langer bezet, maar anders dan in Oudewater kwam er geen Nederlands garnizoen in de stad. Montfoort werd vervolgens opnieuw door de Fransen bezet. Tijdens de Nederlandse aanval op Woerden begin oktober waren de Nederlandse troepen uit Oudewater daardoor genoodzaakt de wegen naar Montfoort te beschermen, om te voorkomen dat de Fransen de belegering van Woerden vanuit Montfoort zouden aanvallen.

De Franse doorsteek van de Lekdijk bij Vreeswijk, en de wateroverlast die dat veroorzaakte, maakte het moeilijk om Montfoort vanuit Utrecht te bereiken. In november vertrok de Franse bezetting daarom opnieuw, waarbij zij het kasteel van Montfoort grotendeels verwoesten. Enkel de poorttorens bleven bewaard.

Linschoten

Het dorp Linschoten en de omliggende buitenplaatsen kregen pas in het najaar te maken met overstromingen, als gevolg van de Franse doorsteek van de Lekdijk. Maar al eerder zorgde de Franse bezetting van Woerden ervoor dat er in de omgeving van het dorp meerdere schermutselingen plaatsvonden tussen Franse en Nederlandse troepen. Met enige regelmaat volgden de Nederlandse troepen de Fransen die in de omgeving zochten naar hout, voedsel en andere zaken tot aan de poorten van Woerden. Het buurtschap Lange Linschoten, langs de gelijknamige veenrivier tussen Linschoten en Oudewater, werd meermaals door de Fransen geplunderd. Vele inwoners vluchtten westwaarts naar Holland en in het voorjaar van 1673 constateerde de lokale schoolmeester dat vrijwel iedereen was verdwenen.

Dichterbij Linschoten lag het kasteel Huis te Nesse. De eigenaren, de familie Van der Nath, waren bekende rooms-katholieken. De Fransen lieten het kasteel daardoor ongemoeid, maar de Nederlandse commandant in Oudewater – de graaf van Horne – was van mening dat de Fransen het kasteel gebruikten als uitvalsbasis. Hij eiste een financiële compensatie, en om verwoesting van het kasteel te voorkomen onderschreef Jan van der Nath het verhaal van de graaf.

De belangrijkste bezienswaardigheden langs etappe 1 van de route

Damsluis

De Damsluis in de Vecht was een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en werd gebouwd in 1871. Het plan voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie bestond uit kleinere inundaties dan in 1672 waren gebruikt voor de Oude Hollandse Waterlinie. Het beheer van benodigde water was daardoor complex, en met de Damsluis werden de zuidelijke en noordelijke Vecht van elkaar gescheiden.

De Vecht
3631 A Nieuwersluis
Google Maps

Het Klaphek

De dam bij het Klaphek werd in de 13de eeuw aangelegd en verbreekt sindsdien de toevoer van water uit de Lek naar de Hollandsche IJssel. In het najaar van 1672 heeft het Franse leger de dam afgegraven, waardoor er maandenlang water werd binnengelaten. Dit zorgde voor een grote overstroming en wateroverlast in de omgeving van IJsselstein, Utrecht, Woerden en bij het legerkamp van prins Willem III in Bodegraven.


IJsselstein
Google Maps

Etappe 2: van Woerden naar Maarssen

In de tweede etappe van de vestingstedenroute Utrecht komt u langs de plaatsen Woerden, Kamerik, Breukelen, Nieuwersluis, Maarssen en u eindigt de route bij Slot Zuylen in Oud-Zuylen.

Woerden

Woerden werd in 1672 niet verdedigd door het Nederlandse leger, dat enkele kilometers ten westen van de stad een legerkamp opzette bij de belangrijke kanalen die de Oude Hollandse Waterlinie van water moesten voorzien. Woerden stuurde onderhandelaars naar de Fransen en werd bezet. De Franse bezetting duurde net als in Oudewater slechts enkele weken, maar prins Willem III van Oranje concludeerde dat een bezetting van Woerden geen nut had voor de Oude Hollandse Waterlinie. Woerden werd kort daarna opnieuw door de Fransen bezet. De prins bleek toen van gedachten veranderd, want begin oktober werd Woerden belegerd door het Nederlandse leger. De Fransen stuurden versterkingen vanuit Utrecht, die ten oosten van de stad werden tegengehouden door een deel van het Nederlandse leger dat zich langs de Rijndijken had verschanst. Bij het afgeven van het signaal aan de troepen in Utrecht werd per ongeluk de toren van de Petruskerk verwoest.

Via een omtrekkende beweging bereikten de Fransen alsnog de Rijndijk. Een lang gevecht aan de Kruipin volgde, waarbij de Nederlandse troepen werden teruggedreven en hun commandant sneuvelde. Nog altijd bleek Woerden onbereikbaar voor de Franse versterkingen, want de Nederlandse belegeraars aan de oostkant van de stad drongen hen terug naar de verloren posten aan de Rijndijk. Prins Willem III besloot echter vanaf de westkant van Woerden om de belegering te staken. Woerden bleef nog tot eind november 1673 bezet.

Kamerik


Kamerik speelde geen rol in de Oude Hollandse Waterlinie – maar wel in de grootste veldslag die aan de randen van het inundatiegebied plaatsvond, de slag bij Kruipin. Nadat de Fransen de Nederlandse posten aan de Rijndijk niet hadden kunnen overmeesteren, bedacht hun commandant een alternatieve route om de posten heen. Het drassige polderland en de onverharde kades maakten dit een riskante operatie, maar wel een die resulteerde in het door de Fransen gewenste resultaat.

Al snel ging het verhaal dat bewoners van Kamerik de Fransen hadden geholpen bij het vinden van de juiste weg richting Woerden. Prins Willem III onderschreef deze verhalen, en een furieuze Staten van Holland riepen hem op om de boeren en hun families – ‘schadelijke en ondankbare mensen’ – zwaar te straffen voor hun vermeende verraad. Vanwege de voortdurende bezetting van Woerden heeft er geen Nederlandse strafexpeditie naar Kamerik plaatsgevonden.

Breukelen

Breukelen diende lange tijd als uitvalsbasis voor Franse plundertochten en aanvallen in de Vechtstreek. De inundaties van de Oude Hollandse Waterlinie lagen in 1672 op grote afstand van Breukelen, waardoor de Fransen hier weinig tegenstand ondervonden. Dorpen werden opgeroepen om financiële en materiële steun aan de Fransen te leveren, en als dat uitbleef trokken de Fransen vanuit Utrecht en Breukelen naar de dorpen toe om boerderijen en schuren te plunderen en andere gebouwen te verwoesten. Veel monumentale gebouwen in de Vechtstreek zijn als gevolg hiervan na 1673 herbouwd.

In mei 1673 kwam de Oude Hollandse Waterlinie plots veel dichter bij Breukelen te liggen door de Nederlandse verovering van Nieuwersluis. Vanuit Utrecht werden duizenden troepen naar Breukelen gestuurd en ook de Franse commandanten haastten zich naar het dorp. Al snel bleek dat de Nederlandse troepen te druk waren met het versterken van Nieuwersluis om een grote aanval op Breukelen te doen, waarna de meeste Fransen weer vertrokken. Wel werd in de weken daarna nog vaak met kanonnen geschoten tussen de beide plaatsen. De omgeving van Breukelen en Nieuwersluis veranderde daardoor volgens een eigentijdse schrijver in een ‘volkomen wildernisse’.

Nieuwersluis

De Staten van Holland probeerden na het mislukken van een gezamenlijke waterlinie met Utrecht de inundaties, en meer nog de belangrijke sluizen, op eigen grondgebied te houden. De waterlinie boog daarom in juni 1672 al ver ten noorden van Nieuwersluis af van de Vecht, richting de Hollandse Amstel.

De inundaties ten westen van de Vecht, tussen Muiden en het door de Fransen bezette Naarden, namen tijdens de oorlog in omvang toe. In het voorjaar van 1673 hadden ze Nieuwersluis bereikt en vormden ze praktisch een extra waterlinie. Voor Holland was dat aanleiding om een nieuw ontwerp voor de Oude Hollandse Waterlinie te maken. Door Nieuwersluis te veroveren konden de inundaties langs de oostzijde van Vecht bij Nieuwersluis worden verbonden met de inundaties ten noorden van de Oude Rijn. De polders langs onder meer de Amstel konden dan droog worden gemalen.

De aanval op Nieuwersluis vond plaats in mei 1673. De kleine Franse bezetting van Nieuwersluis werd eenvoudig verjaagd, en het Nederlandse leger begon in hoog tempo met de aanleg van diverse verdedigingswerken om een Franse tegenaanval vanuit Breukelen en Utrecht te kunnen weerstaan. Nieuwersluis groeide zodoende in korte tijd uit tot een van de belangrijkste posten in de Oude Hollandse Waterlinie.

De belangrijkste bezienswaardigheden langs etappe 2 van de route

Info Routes Docs Tests Migrator Plugins

Application: vestingstedenroute
Framework: CFWheels 2.2.0
Environment: Development
Host Name: EC2AMAZ-FHVJMOL
CFML Engine: Lucee5.3.7.47
Data Source: Vestingstedenroute
Database Adapter: MySQL
URL Rewriting: On
URL Obfuscation: Off
Plugins: None
Route: Utrecht-details
Controller: Tours
Action: UtrechtDetails
Parameters: None
Execution Time: 1202ms ( view ~1186ms , action ~1186ms )