Nieuw - vestingstedenroute Gelderland is nu geopend!
Op zaterdag 30 september wordt de Vestingstedenroute Gelderland voor het eerst gereden vanaf startpunt in Zutphen.
Onder leiding van Willem van Oranje, namen de Lage Landen in 1568 de wapens op tegen Spanje. Daarmee begon de Tachtigjarige Oorlog. In Gelderland werd het langst gevochten. De ‘Staatse troepen’ van Willem van Oranje en zijn zoon Maurits van Oranje gebruikten de IJssel, de Maas en de Waal als verdedigingslinie waarbij de daar gelegen Gelderse vestingsteden volop werden ingezet.
Na de val van Antwerpen in 1584 verhuisden veel rijke handelaren en intellectuelen naar Amsterdam. Dit zorgde voor de Gouden Eeuw in het westen van Nederland. De vrijheid van het westen werd in het oosten zwaar bevochten. In Gelderland is dan ook absoluut geen sprake van een Gouden Eeuw en de overwegend katholieke bevolking had geen behoefte om ‘bevrijd’ te worden door de legers van Oranje.
Gelderland en Brabant hadden voor Willem van Oranje de belangrijke taak om de Spanjaarden weg te houden uit het vrije Holland en Zeeland. Op 20 juni 1584 gaf Willem de opdracht om “het graafschap Zutphen te verwoesten, vernielen en geheel te bederven”. Hij was bereid om de Achterhoek op te offeren om Holland en Zeeland te beschermen. In de Achterhoek ontstond een soort guerrillaoorlog die zich kenmerkte door korte acties, belegeringen en plunderingen door zowel de Spaanse als de Staatse troepen.
Het Rivierenland werd juist niet geofferd. De grote rivieren waren de snelwegen van de zeventiende eeuw en van groot belang voor de economie en de bevoorrading van de troepen. De rivieren werden bewaakt vanuit bestaande hoge gebouwen zoals kerktorens. Maar vooral de vestingsteden, schansen, forten en kastelen vormden de verdedigingslinie langs de rivieren.
De Tachtigjarige Oorlog zorgde voor innovaties in vestingbouw. Met de uitvinding van het kanon veranderde de oorlogsvoering. Stenen muren met hoge torens, om vanaf boven de vijand te bestoken met pijlen, werden vervangen door lage torens en brede muren. Die brede muren waren beter bestand tegen kanonskogels en waren geschikt om kanonnen op te plaatsen. Daardoor kon de verdediger terugschieten. Deze bouw uit de Tachtigjarige Oorlog is nu nog goed terug te zien in verschillende vestingsteden die worden bezocht in Gelderland.
Deze vestingstedenroute verkent het grootste strijdtoneel van de Tachtigjarige Oorlog. Ontdek de verhalen van beroemde grote en kleine vestingstedensteden in Gelderland. Geniet van het mooie landschap en de bijzondere monumenten langs de gehele route.
Op zaterdag 30 september wordt de Vestingstedenroute Gelderland voor het eerst gereden vanaf startpunt in Zutphen.
De Waterpoort in Tiel is in 1647 gebouwd. Tiel was indertijd een versterkte stad met stadsmuren, grachten en vier poorten: de Kleibergse Pooort, de Westluidense Poort, de Burense Poort en de Zandwijckse Poort. Een jaar eerder was de binnenhaven al gedempt, waardoor het Plein ontstond waaraan de Waterpoort ligt. De Waterpoort heeft dus nooit gediend als toegangspoort tot de haven, maar was de buitenpoort van de toenmalige Kleibergse Poort in de stadsmuur. Tot 1782 lag er een gracht met een brug voor de poort.
Het kasteel dateert uit de 13e eeuw, van circa 1280. In het Rampjaar 1672 werd het door de Fransen geplunderd, waarna het werd afgebroken, met uitzondering van de poorttoren. Rond 1700 werd aan deze toren – een zogenaamde donjon – een nieuw kasteel gebouwd. De hoge toren van het kasteel stamt nog uit de periode dat kasteelmuren vooral hoog moesten zijn om pijlen naar beneden te kunnen schieten in plaats van breed om kanonskogels tegen te houden.
Museum Buren & Oranje is gevestigd in het eeuwenoude en monumentale raadhuis aan de Markt te Buren. In het museum wordt het verhaal van het vorstenhuis en de vestingstad verteld. Veel historische voorwerpen, informatieve presentaties en kasteel- of paleismaquettes maken dat het verleden gaat leven. De mooie en permanente tekeningen-expo '600 Jaar Nassau en Oranje ten voeten uit' laat 148 leden van de stadhouderlijke en koninklijke familie zien, getekend door Piet Kooman. Een portrettengalerij met zes eeuwen kostuumgeschiedenis. Niet alleen de kopie van de inhuldigings-mantel, kleding van prinses Wilhelmina van Pruissen, maar ook 't officiers-tenue Koninklijke Marine waarin koning Willem-Alexander op is gehuwd, vindt u in dit museum.
Slot Loevestein ligt op een zeer strategische plek. Hier komen Maas en Waal samen en grenzen Gelderland, Brabant en Zuid-Holland aan elkaar. Het kasteel was een ideale plaats om het verkeer op de rivieren te controleren. In de Tachtigjarige Oorlog vochten Spanjaarden en Staatse troepen om bezit van het kasteel. Uiteindelijk kwam het in handen van de Nederlandse Republiek. Rond het kasteel liet Willem van Oranje nog extra vestingwallen en een gracht graven. Het kasteel zelf werd een staatsgevangenis voor politieke gevangenen. De bekendste gevangene was de rechtsgeleerde Hugo de Groot, die hier vanaf 1619 een eeuwige straf moest uitzitten. Met de hulp van zijn vrouw en een lege boekenkist wist hij te ontsnappen.
De Sint-Lambertuskerk is de protestantse kerk gelegen aan de Markt in het midden van het stadje. De kerk werd in 1367 gesticht als een kapel en in 1395 als parochiekerk genoemd naar de heilige Lambertus. In de 15de eeuw werd de kerk uitgebreid met zijbeuken en een nieuw hoofdkoor en kreeg hij zijn huidige gedaante. Willem van Oranje trouwde op 8 juli 1551 zijn eerste vrouw Anna van Buren in deze kerk, toen nog in de rooms-katholieke ritus. Het derde kind van Willem van Oranje Maria van Buren is in 1616 (gereformeerd) begraven in de tombe onder het koor. Zij is de stichter van het weeshuis te Buren.
Huis Bergh is een kasteel van de heren en graven Van den Bergh. Het werd rond 1250 gebouwd als ommuurde woontoren midden in een moeilijk begaanbaar moerassig gebied. In de loop der eeuwen is het steeds verder uitgebreid en verfraaid. De graven Van den Bergh speelden een belangrijke rol in de Gelderse en landelijke politiek. Graaf Willem IV van den Bergh trouwde in 1539 met Maria van Nassau, de zus van Willem van Oranje. In 1912 verkocht de toenmalige eigenaar en erfgenaam, de vorst van Hohenzollern-Sigmaringen het kasteel en landgoed, inclusief de Bergher bossen aan dhr. Jan Herman van Heek, een Twentse fabrikant. Die begon in het kasteel met zijn unieke kunstcollectie. Hij restaureerde het kasteel na een grote brand in 1939 tot wat het nu is, een van de mooiste kastelen van Nederland met een prachtige kunstcollectie. Het imposante kasteel Huis Bergh ligt binnen de stadswal van ’s-Heerenberg, wat uniek is voor Nederland. Vandaar de naam Kasteelstad ’s-Heerenberg.
Op de hoek van de Markt en de Kevelderstraat staat het Stadhuis met een statige bordestrap en een gevelteken met de Gelderse leeuw. Bij het nabijgelegen VVV-inspiratiepunt aan de Kevelderstraat 1 kan de bezoeker via een VR-bril de ‘Slag om Grolle’ te beleven, of informatie te krijgen over andere historische elementen in Groenlo.